Dit is geen kinderachtige shit - Vitamines voor groei 2

28 december 2020

Klinkt populair zo’n titel, maar deze woorden kwamen in mij op bij het lezen van het boek van Ryan & Deci (Self Determination Theory) en daarna nog een keer bij het lezen van ‘vitamines voor groei’ van Vansteenkiste en Soenens. Meer dan 40 jaar onderzoek in laboratoriumsituaties, in real life en dan ook nog eens over verschillende jaren en zelfs over decennia heen onderzocht. En alle uitkomsten wijzen terug naar de waarde van juist de drie psychologische basisbehoeften competentie, autonomie en relationele verbondenheid. Het bevredigen dan wel frustreren van deze behoeften in de opvoeding, in de begeleiding van jongeren en in andere situaties van onderlinge omgang, verklaren de mate van geluk, van kwaliteit van leven, de eigenwaarde en de prestaties van de betrokkenen. De mate waarin mensen intrinsiek gemotiveerd werken of leren, is terug te brengen tot de bevrediging van deze drie behoeften. Als iemand met een wetenschappelijke achtergrond ben ik altijd geneigd vraagtekens te zetten achter een theorie die universaliteit claimt. Maar in dit geval hebben we een gedachtegoed beet wat oerdegelijk onderbouwd is. Het heeft bij ertoe aangezet om er aan bij te dragen dat we dit gedachtegoed zo goed mogelijk gaan (leren) toepassen.

Hoewel de drie psychologische basisbehoeften steeds meer herkend worden op scholen waar ik kom, zijn de inzichten nog lang niet gemeengoed. Veel leraren kennen ze, maar het echt vertalen naar de praktijk is nog even wat anders. Hetzelfde geldt voor leidinggevenden, die hun leiderschap extra fundament kunnen geven voor allerlei kwesties die zich voordoen met medewerkers. Ik bestudeerde onlangs de boeken van mijn dochter voor haar training tot life coach. De Zelf Determinatie Theorie wordt niet behandeld, de basisbehoeften staan er niet in. En dat terwijl aan het onderwerp motivatie diverse hoofdstukken worden gewijd.  Onder andere deze observaties hebben mij gestimuleerd om hier meer aandacht aan te willen besteden.


Competentie verwijst naar een gevoel van effectiviteit, het gevoel een activiteit succesvol te kunnen uitvoeren. Je groeit als je merkt dat je steeds weer leert en creëert.

Autonomie verwijst naar de het ervaren van psychologische vrijheid en keuze bij het uitvoeren van een activiteit. Als deze behoefte vervuld is, dan hebben mensen het gevoel dat ze zichzelf kunnen zijn, dat ze de acteur zijn van hun eigen handelen, denken en voelen. Dit stimuleert groei

Relationele verbondenheid verwijst naar het ervaren van een warme en hechte band met anderen.  Als deze behoefte bevredigt wordt, stimuleert dat de groei.


Vansteenkiste en Soenens zijn zo ‘aardig’ in hun boek om ook gaten in de theorie te willen schieten. Zo stellen zij de vraag of de behoeften niet sterk afhankelijk zijn van persoonlijke, sociale, en biologische kenmerken van (bijvoorbeeld) kinderen. En is voor iedereen de mate waarin ze de behoeften belangrijk vinden niet heel verschillend?  En hoe zit het dan met landen met een collectieve cultuur? Daar is er toch minder sprake van die hang naar autonomie? Ter voorkoming van begripsverwarring, is het goed het begrip autonomie te duiden. We zijn geneigd het te associëren met onafhankelijkheid of zelfstandigheid. Fundamenteler is echter de constatering dat het begrip verwijst naar de vrije wil of vrije keuze bij het uitvoeren van een activiteit. En dat kan je een gevoel van onafhankelijkheid opleveren.  Zo gedefinieerd, blijkt het bevredigen van de behoefte aan autonomie waar ook te wereld, voor welke leeftijd dan ook, bij te dragen aan de genoemde voordelen. En datzelfde geldt voor competentie en relatie. De mate waarin mensen de behoeften waarderen is niet zo belangrijk; het gaat om de mate waarin ze bevredigd worden. Dus strikt genomen kun je aangeven dat het niet belangrijk vindt dat je zelf mag kiezen. Maar als je zelf kiest, word je er toch ‘beter’ van. Je kunt zeggen geen behoefte te hebben aan warme relaties, je welbevinden heeft er desondanks baat bij. Schommelingen in de mate van behoeftebevrediging hangen samen met schommelingen in je welbevinden. Bedenk dat eens als je een zware dag hebt gehad en je je afvraagt wat je zou kunnen doen om de volgende dag minder zwaar te laten zijn. Bedenk dat eens als je merkt dat kinderen in de klas lastig waren en wat je strategie is om het de volgende keer beter te laten verlopen; of je kind thuis aan de eettafel. Ik realiseer me nu extra goed waarom mijn moeder van 92 het steeds moeilijker vindt om dagelijks blij te zijn. Voor ieder van de drie behoeften geldt dat ze meer en meer gefrustreerd raken. Dus ik broed op manieren om ze desondanks meer te bevredigen. Ik heb bijvoorbeeld met de buurtzorg gesproken om het taalgebruik minder dwingend te laten zijn ondanks de haast die er is om mijn moeder binnen de gestelde tijd te verzorgen. Zij glimt meteen van blijdschap als dat beter gaat.

We staan nog maar aan het begin van de blogs, maar probeer het eens uit met je partner, je kinderen, je leerlingen, je medewerkers. Wat als je reflecteert op de mate waarin de drie basisbehoeften vervuld of gefrustreerd worden? Pas dat eens toe op wrijvingen bijvoorbeeld. Ik durf te wedden dat je een verband kan ontdekken.

Ondertussen bereid ik het schrijven van een volgende blog voor. Daarin vraag ik me met de schrijvers af welke mensvisie achter deze theorie zit en hoe zich die verhoudt tot andere benaderingen. Ik denk dat de vaak impliciete of onbewuste mensvisie die ieder van ons heeft ons gedrag als opvoeders/leraren/leidinggevenden stevig beïnvloedt.  Dan is het de moeite om op dát niveau jezelf een vraag te stellen als: “hoeveel vertrouwen heb ik eigenlijk in mensen, in anderen, in mezelf?”. Ik hoop dat je blij van het antwoord wordt en zo niet dat het je aanzet tot nadere reflectie.

- -

N.B. Mocht je geïnteresseerd in trainingen voor toepassingen in het onderwijs gebaseerd op deze theorie. Laat het dan even weten.

© Copyright 2020 - Inspirezzo - Alle rechten voorbehouden